Afwijzing sympathieke opzegging kamerverhuur

Ruim tien jaar gedoogt de gemeente kamerverhuur door eiser. Na geluidsoverlast geeft de gemeente eiser enkele maanden om de illegale kamerverhuur te beëindigen. Aldus zegt eiser de huurovereenkomsten op door gedaagden te informeren over de bestuurlijke last. Tegen de last heeft eiser geen bezwaar gemaakt.

Gedaagden weigeren te vertrekken, daarom vordert eiser in kort geding ontruiming. Volgens eiser zal een bodemrechter zijn vordering tot huurbeëindiging op grond van art. 7:272 lid 2 BW toewijzen. Daarom kan van hem in redelijkheid niet worden verlangd dat gedaagden zijn woning nog langer gebruiken. Gedaagden concluderen tot afwijzing.

Spoedeisend belang

Het spoedeisend belang is gegeven met de aard van de vordering. Zonder ontruiming op korte termijn, verbeurt eiser een tweede dwangsom. Ook is bestuursdwang aangezegd. Voor toewijzing van ontruiming in kort geding is alleen plaats als met een zeer grote mate van waarschijnlijkheid valt te verwachten dat de bodemrechter tot ontruiming zal besluiten. Dat is niet het geval. De opzegging voldoet niet aan de wettelijke eisen. Niet is ex art. 7:271 lid 3 BW bij aangetekende brief of deurwaardersexploot opgezegd. Ook is de opzegging niet gebaseerd op de in art. 7:274 BW genoemde limitatieve gronden voor opzegging.

Omzettingsaanvraag

Gesteld is dat de kamers gebrekkig zijn en dat herstel van dit gebrek (on)mogelijk is door een omzettingsvergunning aan te vragen. Met deze omzettingsvergunning kan een zelfstandige woonruimte worden omgezet in onzelfstandige woonruimten. De kantonrechter gaat hieraan voorbij, omdat de vordering van eiser niet gebaseerd is op art. 7:210 lid 1 BW. Daaromtrent nog opgemerkt dat onvoldoende is gesteld dat eiser zich voldoende voor herstel heeft ingespannen of dat herstel onmogelijk is. Eiser had in ieder geval een omzettingsvergunning kunnen aanvragen. De verwijzing naar een mededeling van een medewerker van het college va burgemeester en wethouders over de kansen van het verkrijgen van een omzettingsvergunning is onvoldoende.

Rechtbank Midden-Nederland 17 juni 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2484 (publicatiedatum: 2 september 2022)

Dit bericht is eerder verschenen in Sdu OpMaat Huurrecht+.