Toch nog overeenstemming over ontruiming van anti-kraakwoning

Gedaagde huurt op grond van de Leegstandswet. De huur wordt opgezegd, waarna gedaagde de woning weigert te verlaten. Dagvaarding en mondelinge behandeling volgt, waarna partijen alsnog overeenstemming bereiken. Gedaagde mag de woning tot 1 mei 2022 bewonen en wordt daartoe alvast veroordeeld tot ontruiming, met proceskostenveroordeling.

Feiten en procesverloop

Sinds 26 maart 2021 wordt een ‘sloopwoning’ verhuurd op grond van de Leegstandwet. De tijdelijke huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van zes maanden.

Op 21 en 26 juli 2021 wordt de huur per 1 november 2021 opgezegd, eerst per aangetekende brief en later bij deurwaardersexploot. Gedaagde weigert de woning te ontruimen en te verlaten en wordt daarom op 2 december 2021 gedagvaard in kort geding. Sinds 1 november 2021 verblijft gedaagde namelijk zonder recht of titel in de woning.

De mondelinge behandeling volgt op 11 januari 2022. Op 7 en 9 januari 2022 stuurt gedaagde nog stukken toe. Partijen verschijnen en brengen hun standpunten naar voren. Schorsing volgt en partijen komen overeen dat gedaagde de woning tot 1 mei 2022 mag huren, mits de huur steeds tijdig en volledig wordt betaald. De vordering van de leegstandsbeheerder wordt daarom – aangepast – toegewezen, met een proceskostenveroordeling voor gedaagde.

Vordering en verweer

De leegstandsbeheerder vordert ontruiming binnen acht dagen na betekening, alsmede huurbetaling voor elke maand vanaf 1 december 2021 en een proceskostenveroordeling.

Gedaagde verzoekt de leegstandsbeheerder niet-ontvankelijk te verklaren dan wel de vorderingen af te wijzen, met veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

Vanwege de overeenstemming wordt gedaagde veroordeeld om de woning uiterlijk op 1 mei 2022, met alle daarin bevindende personen en goederen, te verlaten en te ontruimen, alsook te ontdoen van zelf aangebrachte voorzieningen tot de oorspronkelijke aanvangsstaat.

Gedaagde wordt voorts veroordeeld tot betaling van de huur vanaf 1 december 2021 voor elke maand dat de woning wordt gebruikt, en gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten en voorwaardelijk in de nakosten.

Rechtbank Noord-Holland 25 januari 2022, ECLI:NL:RNHO:2022:1399 (publicatiedatum: 21 februari 2022)

Dit bericht is eerder verschenen in Sdu OpMaat Huurrecht+.