Vernietiging administratiekosten als oneerlijk beding
Blijkens de toelichting op het huurcontact zou huurder aan verhuurder een volmacht hebben verleend voor het incasseren van administratiekosten. Vanaf de tweede onjuiste betaling brengt verhuurder daarom administratiekosten met een staffel van € 25,- in rekening. De kantonrechter ziet daarin een niet-gemaximeerde boete die, wegens ambtshalve toepassing van Richtlijn 93/13/EEG, wordt vernietigd.
Vordering
Verhuurder vordert betaling van de huurachterstand € 4.376,- en contractuele boete van € 300,- plus rente en kosten. Huurder zou blijkens een toelichting op de huurovereenkomst een volmacht hebben verleend voor het automatisch incasseren van de huur en eventuele verdere kosten. Bij het onjuist voldoen van de huur worden administratiekosten in rekening gebracht met een staffel van € 25,-. Omdat huurder tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst door een huurachterstand van meerdere maanden te laten ontstaan, vordert verhuurder € 300,- aan administratiekosten.
Beoordeling
Huurder is correct opgeroepen en laat verstek. De kantonrechter gaat daarom uit van de door verhuurder gestelde feiten. De vorderingen tot betaling van de huurachterstand en rente komen niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden daarom toegewezen.
De kantonrechter ziet in de administratiekosten een niet-gemaximeerde verkapte boete. Volgens verhuurder is de boete proportioneel, niet buitensporig hoog, gemaximeerd en ziet deze op eenmalige bedragen per onjuiste betaling. De kantonrechter ziet dan anders en past Richtlijn 93/13/EEG ambtshalve toe. Volgens die richtlijn is een onevenredig hoge schadevergoeding, opgelegd aan een consument (of huurder) voor het niet nakomen van diens verplichting oneerlijk en daarom vernietigbaar. Daarbij is niet van belang hoe het beding dit keer is toegepast, maar hoe het beding theoretisch had kunnen worden toegepast. Deze boete zou oneindig kunnen oplopen, wat de boete buitenproportioneel maakt.
Beslissing
De kantonrechter veroordeelt huurder bij verstek tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente, en veroordeelt huurder in de proceskosten. De vordering tot betaling van de administratiekosten wordt niet toegewezen.
Rb. Noord-Nederland 12 april 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:1295 (publicatiedatum: 25 april 2022)
Dit bericht is eerder verschenen in Sdu OpMaat Huurrecht+.