Verzekeraar wijst uw schadeclaim af: laat dit juridisch beoordelen
Gebroken mast
Onlangs stond ik een eigenaar van een zeilboot bij, die schade had geclaimd bij zijn verzekeraar omdat zijn mast was gebroken tijdens storm. De verzekeraar wees de schadeclaim af. Zij vond namelijk dat de eigenaar ‘onvoldoende zorg’ had betracht, als gevolg waarvan de mast brak.
De eigenaar had namelijk de verstagingen van de mast aan één kant losgekoppeld om reparatiewerkzaamheden uit te voeren aan het dek. Hij had de mast enkele dagen ondersteund door de grootzeilval en spinakerval – beiden grijpen aan in de top van de mast – aan de voetrail naast de wandputting onder spanning vast te zetten. Na enkele dagen stak er een storm op met windstoten van windkracht 10. De mast van boot die afgemeerd lag in de haven, brak ter hoogte van het aangrijpingspunt van de babystag en viel zijdelings op een naburig jacht.
Op het eerste gezicht is dit een situatie waarover gezegd kan worden dat sprake is van onvoldoende zorg. Immers ontbraken de verstagingen ook onder de zalingen, waardoor uitsluitend de top werd ondersteund door de gespannen vallen. Hierdoor was sprake van onvoldoende ondersteuning, waardoor de mast brak. Zo oordeelde ook twee deskundigen die de schade hadden beoordeeld, welk oordeel de verzekeraar overnam.
Criterium ‘voldoende zorg’
Maar juridisch is dit een verkeerde beslissing. Over het criterium ‘voldoende zorg’ heeft het Gerechtshof ’s-Gravenhage[1] zich in 2010 gebogen en zij overwoog onder meer het volgende:
12. (…) Bij het geven van “voldoende zorg” gaat het dan om een houding of optreden van de verzekerde die zoveel mogelijk voorzienbare schade voorkomt of tegengaat. Hij moet aan het verzekerde object tijdig en gepaste aandacht geven en gedrag vermijden dat de kans op schade verhoogt. Van hem wordt “normale voorzichtigheid” verlangd dan wel de zorg van een goed huisvader. Bij dit alles gaat het naar het oordeel van het hof om een in daden en nalaten tot uitdrukking komende geestesgesteldheid, die kan bestaan ondanks het begaan van een vergissing of het maken een fout.
13. Uit het eerdergenoemde expertiserapport blijkt dat [geïntimeerde] zijn schip goed heeft verzorgd; het verkeerde in uitstekende staat. Hij heeft zijn schip tijdig in een winterstalling gebracht en winterklaar gemaakt; zo heeft hij diverse installaties leeggepompt en voorzien van antivries. Hij heeft zelfs een extra maatregel genomen om onverhoopte lekkage door een inmiddels gerepareerde glandafdichting op te vangen, te weten door een op accu’s werkende vlotterpomp te installeren. Hij heeft nadien nog naar zijn schip omgezien, laatstelijk omstreeks de jaarwisseling 2004/2005. Hij heeft alle afsluiters dichtgezet, behalve de ene die hij over het hoofd heeft gezien. De expert heeft over deze ene afsluiter opgemerkt dat die, onder andere door diverse slangen ter plaatse, aan het oog was onttrokken.
14. Het hof concludeert uit het hiervoor weergegevene dat [geïntimeerde] aan zijn schip de nodige zorg heeft gegeven, maar dat hij daarbij een fout heeft gemaakt die ook een “normaal voorzichtig persoon”, een “goede huisvader” kan overkomen. Deze, niet door nonchalance maar ondanks het besteden van de nodige zorg, gemaakte fout, bewerkstelligt niet dat de schade van vergoeding ingevolge artikel 6.16 van de polisvoorwaarden is uitgesloten. Evenmin bewerkstelligt dit dat sprake is van een eigen gebrek. Van een gebrek aan het schip als in het geval van ontbrekende afsluiter was immers geen sprake.
Conclusie
Kort samengevat moet dus beoordeeld worden of de eigenaar de juiste intenties heeft gehad en goed voor zijn boot heeft willen zorgen. Dat bij het uitgevoerde onderhoud wellicht een fout is gemaakt, betekent niet dat gesproken moet worden van ‘onvoldoende zorg’.
Ook mijn klant zorgde goed voor zijn schip en besteedde juist veel tijd aan onderhoud. Onder die omstandigheden zou het immers ook uiterst onredelijk zijn als deze schade niet gedekt zou worden. Met een onderbouwing hiervan en onder verwijzing naar jurisprudentie, is het gelukt om de verzekeraar alsnog over te laten gaan tot uitkering van de schade. Gelukkig zonder langdurige en kostbare procedure voor mijn cliënt en dus ook op tijd voor het nieuwe vaarseizoen.
De conclusie is dan ook dat hoezeer een afwijzing van een verzekeraar in bepaalde gevallen ook terecht kan lijken, haar standpunt is lang niet altijd juist. Laat de beslissing van uw verzekeraar dan ook beoordelen door een gespecialiseerd advocaat, voordat u zich erbij neerlegt.
Indien u advies of juridische hulp wilt over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met mr. M. (Marcel) Smit via msmit@bosvanderburg.nl of 079 – 320 33 66. Marcel Smit advocaat die onder meer gespecialiseerd is in verzekeringsrecht alsmede in het behandelen van zaken op het gebied van watersport en scheepvaart.
[1] ECLI:NL:GHSGR:2010:BM7092